Verklaring over de monetairbeleidsstrategie van de ECB
- De periode van lage inflatie en de scherpe inflatiestijging na de pandemie onderstrepen het belang van een monetairbeleidsstrategie die de Raad van Bestuur in staat stelt doeltreffend te reageren op grote veranderingen in de inflatie-omgeving. De voortdurende structurele geopolitieke verschuivingen, digitalisering, kunstmatige intelligentie, demografie, de bedreiging van de ecologische duurzaamheid en veranderingen in het internationale financiële stelsel duiden erop dat de inflatie-omgeving onzeker en mogelijk volatieler zal blijven, met grotere afwijkingen van de doelstellingen in beide richtingen. Dit plaatst de monetairbeleidsvoering voor uitdagingen. Een stevigere financiële architectuur – ondersteund door vooruitgang bij de spaar- en investeringsunie, de voltooiing van de bankenunie en de invoering van een digitale euro – zou eveneens bijdragen tot de effectiviteit van het monetair beleid in deze veranderende omgeving.
- De ECB laat zich bij de monetairbeleidsstrategie zowel leiden als binden door haar mandaat als neergelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De ECB heeft als hoofddoelstelling het handhaven van prijsstabiliteit in het eurogebied. Onverminderd de prijsstabiliteitsdoelstelling ondersteunt het Eurosysteem het algemene economische beleid in de Europese Unie teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie omschreven doelstellingen van de Unie. Deze doelstellingen behelzen een evenwichtige economische groei, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. Het Eurosysteem draagt tevens bij tot een goede beleidsvoering van de bevoegde autoriteiten ten aanzien van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel.
- De Raad van Bestuur bevestigt dat de geharmoniseerde consumptieprijsindex (harmonised index of consumer prices – HICP) de geschikte prijsmaatstaf blijft om te beoordelen of de prijsstabiliteitsdoelstelling wordt gerealiseerd. De Raad blijft echter van oordeel dat de HICP ook de kosten in verband met door eigenaars bewoonde woningen zou moeten bevatten. Dit zou een betere afspiegeling vormen van het voor huishoudens relevante inflatiecijfer. Bij zijn monetairbeleidsbeoordelingen kijkt de Raad van Bestuur daarom ook, als nuttig toetsingsmiddel in een ruimere verzameling van aanvullende inflatie-indicatoren, naar inflatiemaatstaven die schattingen bevatten van de kosten van door eigenaars bewoonde woningen.
- Een inflatiebuffer van meer dan 0% creëert ruimte in het monetair beleid om bij ongunstige ontwikkelingen de rente te verlagen en een veiligheidsmarge tegen het risico van deflatie via het positieve effect van de buffer op het trendmatige niveau van de nominale rente. Met name de effectieve ondergrens van de nominale rente beperkt de uitvoering van het monetair beleid in het geval van aanzienlijke desinflatoire schokken. Een inflatiebuffer is ook nodig met het oog op de facilitering van macro-economische en intersectorale aanpassing binnen het eurogebied, neerwaartse nominale rigiditeit en meetfouten.
- De Raad van Bestuur is van oordeel dat prijsstabiliteit het best wordt gehandhaafd door een inflatie van 2% op middellange termijn na te streven. De committering van de Raad van Bestuur aan deze doelstelling is symmetrisch van aard. Symmetrie wil zeggen dat de Raad van Bestuur negatieve en positieve afwijkingen van deze doelstelling even onwenselijk acht. De inflatiedoelstelling van 2% verschaft een duidelijk ankerpunt voor de inflatieverwachtingen, hetgeen essentieel is voor het handhaven van prijsstabiliteit.
- Om de symmetrie van zijn inflatiedoelstelling te handhaven, erkent de Raad van Bestuur dat het belangrijk is passend krachtige of standvastige monetairbeleidsmaatregelen te nemen in reactie op grote, aanhoudende afwijkingen van de inflatie in beide richtingen ten opzichte van de doelstelling. Dit moet vermijden dat deze afwijkingen zich in de inflatie nestelen via op drift geraakte verwachtingen. Bij aanzienlijke desinflatoire schokken moet rekening worden gehouden met de effectieve ondergrens van de nominale rente. In het geval van aanzienlijke inflatoire schokken moeten mogelijke niet-lineaire ontwikkelingen bij de prijs- en loonvorming in aanmerking worden genomen.
- De Raad van Bestuur bevestigt dat zijn monetairbeleidsstrategie gericht is op de middellange termijn. Hierdoor kunnen onvermijdelijke kortetermijnafwijkingen van de inflatie ten opzichte van de doelstelling bestaan, evenals vertragingen en onzekerheid bij de transmissie van het monetair beleid naar de economie en de inflatie. De gerichtheid op de middellange termijn biedt de flexibiliteit om ermee rekening te houden dat de geschikte monetairbeleidsreactie op een afwijking van de inflatie ten opzichte van de doelstelling afhankelijk is van de context en van de oorsprong, omvang en duur van de afwijking. Onder voorbehoud van het verankerd houden van de inflatieverwachtingen, stelt deze flexibiliteit de Raad van Bestuur in staat om bij zijn monetairbeleidsbeslissingen andere relevante overwegingen voor het monetair beleid in aanmerking te nemen.
- De Raad van Bestuur committeert zich bij het monetair beleid aan stabilisering van de inflatie op de doelstelling van 2% op middellange termijn. Het voornaamste monetairbeleidsinstrument bestaat uit de beleidsrentetarieven van de ECB. De Raad van Bestuur kan indien nodig ook andere instrumenten inzetten om de monetairbeleidskoers te sturen wanneer de beleidsrente dicht bij de ondergrens zit of om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven. Voorbeelden van dergelijke instrumenten zijn langerlopende herfinancieringstransacties, aankopen van activa, negatieve rentetarieven en forward guidance. De Raad van Bestuur blijft flexibel reageren op eventuele nieuwe uitdagingen en overweegt zo nodig nieuwe beleidsinstrumenten om zijn prijsstabiliteitsdoelstelling te realiseren, zoals gebleken is uit de invoering van het transmissiebeschermingsinstrument in 2022. De keuze, het ontwerp en de tenuitvoerlegging van instrumenten zullen een flexibele reactie op nieuwe schokken mogelijk maken, en passend worden afgestemd op de beoogde doelstellingen, zoals de kalibratie van de monetairbeleidskoers of de bescherming van de beleidstransmissie, op basis van een uitvoerige proportionaliteitsbeoordeling.
- De Raad van Bestuur baseert zijn monetairbeleidsbeslissingen, waaronder de evaluatie van de proportionaliteit van zijn beslissingen en de potentiële neveneffecten, op een geïntegreerde beoordeling van alle relevante factoren. Meer in het bijzonder houdt de Raad niet alleen rekening met het meest waarschijnlijke verloop van de inflatie en de economie, maar ook met de daarmee verbonden risico’s en onzekerheden, onder meer door passend gebruik te maken van scenario- en gevoeligheidsanalyses. De geïntegreerde beoordeling bouwt voort op twee nauw met elkaar verbonden analyses: de economische analyse en de monetair-financiële analyse. Binnen dit kader is de economische analyse gericht op reële en nominale economische ontwikkelingen, terwijl bij de monetaire en financiële analyse monetaire en financiële indicatoren worden onderzocht. Bij laatstgenoemde analyse ligt de nadruk op de werking van het monetaire transmissiemechanisme en de mogelijke risico's voor de prijsstabiliteit op middellange termijn uit hoofde van onevenwichtigheden en monetaire factoren. In het licht van de centrale rol van macrofinanciële verbanden binnen economische, monetaire en financiële ontwikkelingen moet de wisselwerking tussen de twee analyses volledig in aanmerking worden genomen. Dit kader weerspiegelt het belang van de monitoring van zowel het transmissiemechanisme als mogelijke neveneffecten bij de kalibratie van de monetairbeleidsinstrumenten, en het geeft ook aan dat financiële stabiliteit een noodzakelijke voorwaarde voor prijsstabiliteit is. De weerbaarheid van de financiële sector is in dit opzicht een noodzakelijke voorwaarde om een mogelijk conflict tussen prijs- en financiële stabiliteit te voorkomen. De Raad van Bestuur beoordeelt stelselmatig en op geregelde tijdstippen de interactie tussen monetair beleid en financiële stabiliteit.
- De klimaatverandering beïnvloedt de structuur en conjuncturele dynamiek van de economie en het financiële stelsel en heeft daardoor ingrijpende gevolgen voor de prijsstabiliteit. Het aanpakken van de klimaatverandering is een mondiale uitdaging en een beleidsprioriteit voor de Europese Unie. De Raad van Bestuur zegt toe om er binnen zijn mandaat voor te zorgen dat het Eurosysteem, in overeenstemming met de doelstellingen van de EU, volledig rekening houdt met de gevolgen van klimaatverandering en aantasting van de natuur voor het monetair beleid en de werkzaamheden van de centrale bank.
- De duidelijke communicatie over de monetairbeleidsbeslissingen en hun motivatie via de monetairbeleidsverklaring, de persconferentie, het Economisch Bulletin en het monetairbeleidsverslag ondersteunt de doeltreffendheid van het monetair beleid va de ECB. Deze producten worden aangevuld met gelaagde en gevisualiseerde communicatiemiddelen over het monetair beleid die gericht zijn op het bredere publiek. Deze communicatie is essentieel om ervoor te zorgen dat het publiek inzicht en vertrouwen heeft in de maatregelen van de ECB. De Raad van Bestuur blijft zijn benadering aanpassen in reactie op de ontwikkelingen in het communicatielandschap.
- De Raad van Bestuur is voornemens regelmatig te beoordelen of zijn monetairbeleidsstrategie passend is. De volgende beoordeling wordt in 2030 verwacht.