Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Frankfurt am Main, 25 januari 2024

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. De binnenkomende gegevens hebben onze vorige beoordeling van de inflatievooruitzichten op middellange termijn grotendeels bevestigd. Afgezien van een opwaarts basiseffect van de energieprijzen op de totale inflatie, heeft de dalende tendens van de onderliggende inflatie zich doorgezet. Onze eerdere renteverhogingen blijven krachtig doorwerken in de financieringsvoorwaarden. Krappe financieringsvoorwaarden temperen de vraag en dit helpt de inflatie naar beneden te krijgen.

We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Op basis van onze huidige beoordeling zijn we van mening dat de basisrentetarieven van de ECB op een niveau staan dat, indien aangehouden voor een voldoende lange periode, een substantiële bijdrage gaat leveren aan dit doel. Met onze toekomstige besluiten zullen we ervoor zorgen dat onze basisrentetarieven zo lang als nodig worden vastgesteld op een niveau dat restrictief genoeg is.

We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze rentebesluiten zullen met name gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

De economie van het eurogebied is in het laatste kwartaal van 2023 waarschijnlijk gestagneerd. Volgens de binnenkomende gegevens blijft de bedrijvigheid op korte termijn zwak. Enkele vooruitblikkende enquête-indicatoren wijzen echter op een opleving van de groei op de wat langere termijn.

De arbeidsmarkt is robuust gebleven. Het werkloosheidspercentage is teruggelopen tot 6,4% in november, het laagste peil sinds de invoering van de euro, en de beroepsbevolking telt meer arbeidskrachten. Tegelijkertijd vertraagt de vraag naar arbeid en worden minder vacatures gepubliceerd.

Overheden moeten de steunmaatregelen op het vlak van energie verder terugschroeven om te vermijden dat de inflatiedruk op middellange termijn toeneemt. Het budgettaire en structurele beleid moet erop gericht zijn onze economie productiever en competitiever te maken en de hoge overheidsschuldquotes geleidelijk aan te verminderen. Structurele hervormingen en investeringen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten – die kracht zouden worden bijgezet door de volledige uitvoering van het Next Generation EU-programma – kunnen de prijsdruk op middellange termijn helpen verminderen en tegelijk bijdragen aan de groene en digitale transitie. Na het recente akkoord van de Ecofin-Raad over de herziening van het EU-kader voor economische governance, moet het wetgevingsproces snel worden afgerond zodat de nieuwe regels spoedig kunnen worden toegepast. Daarnaast is het van cruciaal belang sneller vooruitgang te boeken op weg naar de kapitaalmarktenunie en voltooiing van de bankenunie.

Inflatie

De inflatie is in december tot 2,9% gestegen, aangezien het effect van enkele eerdere begrotingsmaatregelen om de gevolgen van de hoge energieprijzen te verzachten uit het inflatiecijfer op jaarbasis is verdwenen, maar de stijging was zwakker dan verwacht. Los van dit basiseffect zette de algemene tendens van de dalende inflatie door. De voedselprijsinflatie daalde naar 6,1% in december. De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen nam ook verder af, tot 3,4%. Dit was het gevolg van een daling van de goedereninflatie naar 2,5%. De diensteninflatie bleef met 4,0% stabiel.

De verwachting is dat de inflatie in de loop van dit jaar verder afneemt aangezien de effecten van eerdere energieschokken, de knelpunten in de toevoer en de heropening van de economie na de pandemie wegebben en het krappere monetair beleid de vraag blijft drukken.

Bijna alle maatstaven van de onderliggende inflatie lieten in december een verdere daling zien. De in snel tempo stijgende lonen en dalende arbeidsproductiviteit zorgen voor een aanhoudende hoge interne prijsdruk, hoewel ook deze nu een afname laat zien. Tegelijkertijd beginnen de lagere winsten per eenheid product het effect van de stijgende arbeidskosten per eenheid product op de inflatie te matigen. De maatstaven van de inflatieverwachtingen op korte termijn zijn aanmerkelijk gedaald, terwijl die voor de inflatieverwachtingen op langere termijn voornamelijk rond de 2% liggen.

Beoordeling van risico's

De risico’s voor de economische groei blijven neerwaarts gericht. De groei kan lager uitvallen als de effecten van het monetair beleid sterker blijken dan verwacht. Een zwakkere wereldeconomie of een verdere vertraging van de mondiale handel zouden ook de groei in het eurogebied drukken. De ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en het tragische conflict in het Midden-Oosten zijn belangrijke bronnen van geopolitiek risico. Dit kan ertoe leiden dat het vertrouwen in de toekomst bij bedrijven en huishoudens afneemt en dat de wereldhandel wordt verstoord. De groei kan hoger zijn als de stijgende reële inkomens betekenen dat de bestedingen sterker dan verwacht toenemen, of als de wereldeconomie sterker groeit dan voorzien.

Opwaartse inflatierisico’s zijn onder meer de verhoogde geopolitieke spanningen, vooral in het Midden-Oosten, die de energieprijzen en de transportkosten op korte termijn zouden kunnen opdrijven en de wereldwijde handel kunnen belemmeren. De inflatie kan ook hoger uitvallen als de lonen sterker stijgen dan verwacht of de winstmarges steviger overeind blijven. Neerwaartse verrassingen bij de inflatie kunnen er komen als het monetair beleid de vraag meer dan voorzien tempert of als het economisch klimaat in de rest van de wereld onverwacht verslechtert. Bovendien kan de inflatie op korte termijn ook sneller teruglopen als de energieprijzen zich ontwikkelen in lijn met de recente neerwaartse verschuiving van de marktverwachtingen over het toekomstig beloop van de olie- en gasprijzen.

Financiële en monetaire omstandigheden

Sinds onze vorige vergadering zijn de marktrentes grotendeels op hetzelfde peil gebleven. Ons restrictief monetair beleid blijft krachtig doorwerken in de ruimere financieringsvoorwaarden. De rentetarieven op leningen aan bedrijven liepen licht terug tot 5,2% in november, terwijl de hypotheekrentes verder stegen naar 4,0%.

De hoge rentetarieven voor leningen en de daarmee gepaard gaande afname van de investeringsplannen en woningaankopen hebben geleid tot een verdere daling van de kredietvraag in het vierde kwartaal, zoals blijkt uit onze meest recente enquête naar de bancaire kredietverlening. De aanscherping van de kredietverleningscriteria voor bedrijven en huishoudens nam af, maar deze criteria bleven strikt, aangezien banken zich zorgen maakten over de risico’s die hun klanten lopen.

Tegen deze achtergrond is het kredietverloop enigszins verbeterd, maar al bij al zwak gebleven. Het aantal leningen aan bedrijven stagneerde in november vergeleken met een jaar eerder, na een krimp in oktober, waarbij de maandelijkse stroom aan kortetermijnleningen opveerde. De leningen aan huishoudens lieten een gematigde groei zien van 0,5% op jaarbasis.

Conclusie

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Op basis van onze huidige beoordeling zijn we van mening dat de basisrentetarieven van de ECB op een niveau staan dat, indien aangehouden voor een voldoende lange periode, een substantiële bijdrage gaat leveren aan dit doel. Met onze toekomstige besluiten zullen we ervoor zorgen dat onze basisrentetarieven zo lang als nodig worden vastgesteld op een niveau dat restrictief genoeg is. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media