EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52019AB0043

Advies van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank van 11 december 2019 inzake een aanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank (CON/2019/43)2019/C 425/02

PB C 425 van 18.12.2019, blz. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 425/2


ADVIES VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 december 2019

inzake een aanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank

(CON/2019/43)

(2019/C 425/02)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 15 november 2019 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de voorzitter van de Europese Raad om een advies inzake de Aanbeveling van de Raad van 8 november 2019 betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank (1).

De adviesbevoegdheid van de Raad van bestuur van de ECB is gebaseerd op artikel 283, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Algemene opmerkingen

1.

De aanbeveling van de Raad die werd voorgelegd aan de Europese Raad en waarover het Europees Parlement en de Raad van bestuur van de ECB worden geraadpleegd, beveelt aan dat Isabel SCHNABEL wordt benoemd tot lid van de directie van de ECB voor een ambtstermijn van acht jaar die op 1 januari 2020 ingaat.

2.

De Raad van bestuur is van mening dat de voorgestelde kandidaat een persoon is met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied, zoals artikel 283, lid 2, van het Verdrag vereist.

3.

De Raad van bestuur van de ECB heeft geen bezwaar tegen de aanbeveling van de Raad Isabel SCHNABEL te benoemen tot lid van de directie van de ECB.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 december 2019.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  PB C 385 van 13.11.2019, blz. 1.


Naar boven